Normandische pannenkoek
bereiding
-
1
Maak een glad pannenkoekenbeslag van de eieren, vanillesuiker, maïsolie, bloem en melk. Laat het even rusten.
-
2
Steek met een appelboor het klokkenhuis uit de appelen. Snij ze in plakken van 0,5 cm dik. Verdeel de plakken in 4 porties.
-
3
Bak de plakken appel (per portie) in een grote koekenpan met boter aan beide kanten goudbruin. Giet er een vierde van het pannenkoekenbeslag over en til de appeltjes een beetje op, zodat het beslag ook onder de appels komt te zitten. Laat de pannenkoek op een heel zacht vuurtje gaar worden.
-
4
Draai de pannenkoek om, bestrooi met een lepel kandijsuiker en leg er een klontje boter op. Laat karamelliseren en draai de pannenkoek weer om. Bestrooi de bovenkant weer met een lepel kandijsuiker.
-
5
Zet de dampkap uit! Giet een scheutje calvados over de pannenkoek en flambeer. Serveer meteen.