bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Blancheer de spinazie kort, laat goed uitlekken. Hak de sjalot en de champignons. Bak ze goudbruin en kruid met peper en zout.

2. 2

   Kruid het gebraad met peper, schroei het langs alle kanten dicht en laat afkoelen. Leg het bladerdeeg open op het werkvlak, bestrijk het met de spinazie en de champignons en leg het gebraad erop. Vouw het deeg dicht en bestrijk de naden met een losgeklopt eitje. Schuif 30 tot 35 minuten in de voorverwarmde oven.

3. 3

   Rasp de schil van de citroen, pers het sap. Schil de peren, verwijder het klokhuis en besprenkel met citroensap. Zet de peren rechtop in een pannetje en voeg witte wijn, kaneel, citroenrasp en suiker toe. Laat 40 tot 45 minuten afgedekt pruttelen.

4. 4

   Doe de veenbessen, de boter en de sinaasappelschil in een kookpot met wat water. Kook de bessen afgedekt tot moes. Neem van het vuur, voeg de suiker toe en roer. Warm nog vijf minuten op.

5. 5

   Stoof de zilveruitjes glazig. Voeg de kastanjes en de witte wijn toe. Laat alles op een zacht vuurtje gaar stoven.

6. 6

   Neem het gebraad uit de oven en laat nog 10 minuten rusten voor je het in plakken snijdt. Serveer met kroketten, de gestoofde peertjes, veenbessenconfituur en kastanjes.