Toren van Berlijnse bollen
bereiding
-
1
Breek de eieren in een mengkom van een keukenrobot en doe er de bloem bij. Los de verse gist op in 250 ml lauwe water, giet het bij de bloem. Voeg de boter toe en meng met een kneedhaak op lage snelheid. Voeg de suiker en daarna het zout toe. Meng tot een homogeen, maar wat plakkerig deeg.
-
2
Verdeel het deeg in tweeën. Kneed door het ene deel 1 el cacaopoeder en maak er een bol van. Maak ook van het andere deeg een bol. Doe elke deegbol in een kom, dek af met plasticfolie en laat rijzen tot de bollen in volume zijn verdubbeld.
-
3
Leg de bollen op een met bloem bestrooid werkblad, rol ze uit en steek er met een glas rondjes uit. Maak van 1 rondje een ster. Leg de rondjes op een met bakpapier beklede bakplaat en laat onder een droge handdoek 20 minuten rijzen tot bolletjes.
-
4
Klop voor de banketbakkersroom de eieren en de griessuiker schuimig. Roer er het vanillepoeder en de bloem door.
-
5
Snij het vanillestokje overlangs en schraap er het merg uit. Verwarm de melk met het vanillemerg. Giet een beetje van de warme melk bij het vanillepapje en roer goed. Giet dit mengsel bij de warme melk en breng weer aan de kook en roer goed tot de crème de juiste dikte heeft. Schenk in een schaal en leg meteen een vel plasticfolie op de crème. Laat volledig afkoelen in de koelkast
-
6
Verwarm de friteuse tot 180°C. Frituur de bollen in porties in anderhalve minuut goudbruin en laat ze uitlekken op keukenpapier.
-
7
Neem de helft van de chocobollen. Snij ze doormidden, beleg een helft met een laag choco en zet de andere helft er weer op. Beleg de resterende chocobollen op dezelfde manier met een laag banketbakkersroom. Neem nu de helft van de gewone bollen. Snij ze doormidden, beleg een helft met confituur en zet de andere helft er weer op. Beleg de resterende bollen op dezelfde manier met banketbakkersroom. Prik de bollen met prikkers vast op de n piepschuimen piramide. Bestrooi met bloemsuiker en serveer.