bereiding

1. 1

   Maak het deeg. Stort de bloem op het werkblad en maak een kuiltje in het midden. Strooi daarin de suiker en breek er het ei in, voeg een snuifje zout toe. Verdeel de boter in blokjes en verdeel die samen met het basilicum rond het kuiltje. Meng het suiker-eimengsel door de bloem en kneed tot een stevig deeg. Maak er een bol van, wikkel in plasticfolie en laat 2 uur rusten in de koelkast.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 200°C. Maak het fruit schoon, snij in blokjes en meng goed. Verdeel het deeg in twee helften, leg een helt in de koelkast en rol de andere uit. Steek er met het vormpje rondjes uit. Leg op elk rondje 1 el van het fruit en leg er ook een prikker op.

3. 3

   Rol de andere helft van het deeg uit. Steek ook hier rondjes uit en leg ze op het fruitmengsel. Druk de randen goed dicht met een vork en bestrooi met de grove suiker. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze 40 min. in de oven.  Laat afkoelen en prik ze in een basilicumplant om ze origineel te serveren.