bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Spoel de bonen een avond van tevoren. Doe ze in een kom, zet ze onder water en laat een nachtje weken.

2. 2

   Ontdooi de erwten. Pel, ontpit en snij 1 tomaat in stukjes. Snij de uien fijn. Hak de knoflook fijn. Snij de wortelen in blokjes en de takjes bleekselder in boogjes. Snij de venkelknol en de courgettes in blokjes. Rasp de parmezaan. Hak de basilicum. 

3. 3

   Giet de bonen de volgende dag af en kook ze in vers water 1 uur met de tomaat en het laurierblad. Giet af en breng op smaak met peper en zout.

4. 4

   Zet een grote soeppan op het vuur en verhit 4 el olijfolie erin. Stoof er het spek, de ui, knoflook, wortel, selder, venkel en de takjes basilicum (bewaar de blaadjes!) op een heel laag vuurtje in. Dat duurt ongeveer 15 à 20 minuten.

5. 5

   Blus met de rode wijn, voeg er de tomaat uit blik aan toe en de blokjes courgette. Laat 15 minuten sudderen.

6. 6

   Overgiet met de bouillon en doe er de spinazie en de gekookte bonen bij. Voeg er ook de vermicelli en de erwten aan toe en laat pruttelen tot de vermicelli gaar is. Doe er eventueel nog een beetje water bij, maar de soep mag vrij dik blijven. Breng op smaak met peper en zout, en serveer met gehakte basilicumblaadjes en versgeraspte parmezaan.