bereiding

1. 1

   Bind het gebraad op met keukentouw en bestrooi met peper en zout. Pel en halveer de sjalotten, schil de gemberwortel en snij hem in fijne plakjes. Verhit olie in een stoofpot en schroei het gebraad rondom dicht, neem uit de pot en zet apart.

2. 2

   Stoof de sjalotten aan in het braadvocht en voeg de rest van de ingrediënten toe. Laat de bouillon op een laag vuurtje pruttelen.

3. 3

   Hang het gebraad met het touw aan een houten lepel en leg die in de lengte over de stoofpot zodat het vlees volledig in de bouillon hangt maar de bodem niet raakt. Laat 30 tot 35 minuten afgedekt pocheren.

4. 4

   Haal het gebraad uit de pot en laat 20 minuten rusten onder aluminiumfolie.

5. 5

   Snij het gebraad in plakjes. Kruid met peper en zout en serveer met het kookvocht dat je een beetje bindt, de sjalotten, de kroketjes en de gegrilde slaharten.