Kalkoengebraad met granaatappelsaus
bereiding
-
1
Haal de pitjes uit 1,5 granaatappel. Pel en pers 1 teentje knoflook. Mix de granaatappelpitjes samen met de knoflook en de blaadjes van 2 takjes rozemarijn. Leg 2 takjes munt en 2 takjes rozemarijn in een ovenschaal. Leg er het kalkoengebraad op en verdeel het granaatappelmengsel over het vlees. Giet er het granaatappelsap bij. Laat het geheel afgedekt een nacht marineren in de koelkast.
-
2
Verwarm de oven voor op 190°C. Haal het vlees uit de marinade, dep droog en kruid met peper en zout. Hou 150 ml van de marinade apart. Verhit de olie in een braadpan en kleur het gebraad rondom bruin. Leg het opnieuw in de ovenschaal.
-
3
Pel en snipper de ui. Halveer de bollen knoflook. Stoof de uien en de knoflook kort aan in de pan van het vlees. Voeg de marinade en de wijn toe en laat tot de helft inkoken. Giet over het gebraad en zet 40 à 45 minuten in de oven.
-
4
Maak de puree. Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water. Giet af en pureer met de melk en de boter. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Roer de peterselie door de puree.
-
5
Haal het vlees uit de ovenschaal. Zeef het braadvocht en vang het op in een pannetje. Voeg er de noten, bruine suiker, honing en wat zout aan toe. Laat even opkoken.
-
6
Maak ten slotte het kervel-dragonslaatje. Pluk de blaadjes van de dragon en de kervel, spoel ze en meng ze onder elkaar. Maak aan met de olijfolie en wittewijnazijn. Serveer het vlees met de notensauskruidenpuree en de salade. Werk af met de resterende granaatappelpitjes.