Sint-jakobsvruchten, witloof en pancetta
bereiding
-
1
Maak het witloof schoon. Snij het in de lengte doormidden. Bak het witloof aan in wat hete olie. Kruid met peper en zout. Bestrooi met de suiker. Laat zachtjes garen, keer af en toe om.
-
2
Verwarm in een pannetje 200 g boter tot ze lichtjes kleurt en wat schuimt. Roer er het sap van de citroen en de kappertjes door. Laat 1 minuut koken. Hou warm.
-
3
Verwarm de rest van de boter en wat olijfolie. Bak de sint-jakobsvruchten kort aan beide kanten goudbruin. Neem ze uit de pan en hou warm. Bak in dezelfde pan de pancetta.
-
4
Verdeel het witloof en sint-jakobsvruchten over de borden. Schep er de saus bij en werk af met pancetta en salie.