bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Schil de appel, haal het klokhuis eruit en snij het vruchtvlees in blokjes.

2. 2

   Breng het appelsap aan de kook met de bouillon. Voeg de rozijnen en de steranijs toe, haal het pannetje van het vuur en laat de rozijnen wellen.

3. 3

   Kruid de koteletjes met peper en zout. Stamp de mosterdzaadjes in een vijzel fijn (pletten tussen twee lepels lukt ook) en wrijf er het vlees mee in.

4. 4

   Doe de blokjes appel in het pannetje bij de rozijnen en laat op laag vuur pruttelen, tot de appel zacht is.

5. 5

   Bak de koteletjes aan beide zijden 5 à 7 minuten (volgens de dikte). Haal ze uit de pan en hou ze warm in aluminiumfolie.

6. 6

   Snij intussen de broccoli in roosjes en blancheer ze in lichtgezouten water. Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking. Meng beide door elkaar en laat er een klontje boter op smelten.

7. 7

   Giet het vet uit de pan waarin u de koteletjes hebt gebakken en giet er de appelsaus in om de braadresten los te maken. Laat even opkoken en breng op smaak met peper en zout. Serveer de koteletjes met de broccolipasta en de appelsaus.