bereiding

1. 1

   Snij de soepgroenten in julienne. Stoof de juliennegroenten samen met het visafval aan in 50 g boter. Blus met 300 ml witte wijn en 600 ml water. Laat alles even inkoken. Zeef de bouillon.

2. 2

   Rol de zeetongfilets op met de velkant naar binnen en steek vast met een prikkertje. Pocheer de vis 10 minuten op héél laag vuur in de bouillon: let erop dat hij niet kookt!

3. 3

   Stoof de sjalotjes glazig in een pannetje met wat boter. Blus met de rest van de wijn en laat kort inkoken.

4. 4

   Zeef de saus en doe ze weer in het pannetje. Snij de rest van de koude boter in blokjes en klop ze door de saus. Bind eventueel nog met een beetje maïszetmeel.

5. 5

   Serveer per persoon 2 tongrolletjes met de saus en bestrooi tot slot met de garnalen.