Karamelkoeken
bereiding
-
1
Meng de bloem met het amandelpoeder, de suiker en het zout. Maak een kuiltje in het midden, doe er het ei en de boter in. Kneed tot een glad deeg, verpak in plasticfolie en laat 1 uur rusten in de koelkast.
-
2
Smelt voor de vulling de boter in een steelpan met dikke bodem. Doe er de suiker en een snuifje zout bij en laat even karamelliseren. Roer de room door de melk en blus er voorzichtig roerend de karamel mee. Laat 45 minuten inkoken tot een dik vloeibare crème. Roer geregeld om. Neem van het vuur en laat onder deksel afkoelen. Zet in de koelkast.
-
3
Verwarm de oven voor op 180°C. Kneed het deeg kort door op het met bloem bestoven werkvlak, rol het uit tot een lap van 4 mm dik en steek er rondjes uit. Leg de rondjes op een met bakpapier beklede bakplaat.
-
4
Bak de koekjes 10 minuten in de oven. Laat ze afkoelen op een rooster. Smelt de chocolade met de rum au bain-marie. Trek met een vork een rooster van chocolade op de koekjes. Laat opstijven.
-
5
Verdeel de karamel over de helft van de koekjes en leg er de andere koekjes bovenop. Druk aan en laat opstijven.