bereiding

1. 1

   Meng de lauwe melk met het ei, de olie en de suiker. Los er de gist in op. Doe de bloem met het zout en de boter in de keukenmachine en giet het gistmengsel erbij. Meng tot een dik beslag en laat 30 minuten rijzen. Leg het deeg dan een kwartiertje in de koelkast, zodat je het straks goed kunt uitrollen.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de appelen, verwijder het klokhuis en snij ze in stukjes. Hak de snoepjes fijn met een mes of in een hakmolentje. Hou 1 eetlepel apart voor de afwerking en laat de rest met een klontje boter in een antiaanbaklaag tot een citroenkaramel smelten. Doe er de stukjes appel bij en stoof ze enkele minuten aan. Haal de pan van het vuur. Verdeel
   over de siliconenvormpjes.

3. 3

   Rol het deeg uit op een bebloemd werkblad tot een dikte van ongeveer 5 mm. Prik er gaatjes in met een vork. Steek rondjes uit zo groot als de 8 siliconenvormpjes die je gebruikt. Leg in elk vormpje een deegrondje op de appelen.

4. 4

   Bak de taartjes 14 minuten in de oven. Haal ze eruit en duw met de bolle kant van een lepel op het deeg, zodat er ook een laagje karamel op de bovenkant komt te zitten. Laat een beetje afkoelen en ontvorm de taartjes voorzichtig – het deeg zit nu aan de onderkant. Werk af met de rest van de gemalen Napoleon-snoepjes en serveer.