bereiding

1. 1

   Maak eerst de biscuit. Verwarm de oven voor op 170°C, boven en onderwarmte. Beboter en bebloem een extra hoge springvorm van 18 cm diameter. Zeef de bloem. Klop de eieren en de suiker in een keukenrobot tot een dikke witte massa, dit duurt 10 à 15 minuten.De massa moet zo dik zijn, dat je er een lijn in kunt trekken die niet opnieuw dichtloopt. Spatel de gezeefde bloem door het ei-suikermengsel. Giet in de springvorm en bak 40 minuten in de oven. Laat even afkoelen in de vorm, ontvorm en laat volledig afkoelen op een rooster.
    

2. 2

   Smelt 200 g chocolade voor het gewei au bain-marie of in de microgolfoven. Doe in een spuitzak. Teken de vorm van het gewei op een blad, leg er een vel bakpapier overheen en teken het over met chocolade. Laat opstijven in de koelkast. Maak het gewei voorzichtig los, draai om, spuit wat gesmolten chocolade op de achterkant en plak de mikadostokjes vast. Laat opnieuw opstijven in de koelkast.

3. 3

   Smelt de chocolade voor het glazuur met de room in een pan. Roer goed en laat even opstijven tot de massa dikker wordt. Doe in een spuitzak met een stervormig spuitmondje en spuit toefjes over de hele biscuit. Werk snel, want het glazuur stijft vrij snel op.
    

4. 4

   Rol een bolletje van rode marsepein of rolfondant en stop er een tandenstoker in. Leg 2 suikeroogjes klaar. Maak eerst met een lange prikker 2 gaatjes bovenaan in de biscuit. Stop daar voorzichtig de geweien erin. Werk de biscuit verder af met de rode neus en oogjes.