Voor de garnalenbisque

1. 1

   Pel de garnalen en hou de koppen apart voor de saus. Pel de ui, spoel de selderij en schil de wortel. Snij de groenten in blokjes en stoof ze aan met een klontje boter en tomatenpuree. Kruid met cayennepeper. Pel en pers de knoflook en voeg samen met de garnalenkoppen toe aan de groenten. Blus met 1 dl witte wijn en een klein scheutje cognac. Laat de alcohol goed verdampen.

2. 2

   Voeg nu 600 ml water toe samen met het kippenbouillonblokje, de tijm en het laurierblad. Laat 25 min zachtjes koken. Giet de bouillon door een zeef in een andere pan en duw met een pollepel het vocht goed uit de garnalenkoppen. Laat de saus goed inkoken tot ze een volle smaak krijgt. Voeg dan de room toe en laat opnieuw inkoken tot de gewenste dikte en smaak. Kruid met peper en zout.

Voor het vispannetje

1. 1

   Verwarm de oven voor op 200°C. Schil de wortelen en spoel het witloof. Snij de groenten in fijne reepjes. Bak ze in een goede klont boter met een koffielepel suiker tot ze zacht en lichtjes gekaramelliseerd zijn. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

bereiding

1. 1

   Leg de groenten in een ovenschaal. Snij de vis in stukken van vijf centimeter en leg samen met de sint-jakobsvruchten op de groenten. Kruid met peper en zout. Overgiet met de garnalenbisque en bestrooi met de gemalen kaas. Zet 25 à 30 minuten in de oven. Werk af met verse garnalen. Serveer met aardappelpuree of kroketjes.