De basisbiscuit

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C.

2. 2

   Breek 5 eieren in een grote kom en voeg de suiker toe. Klop met een elektrische mixer tot alle suiker is opgelost en je een roomachtige textuur hebt.

3. 3

   Zeef er de zelfrijzende bloem over en meng met een spatel of houten lepel voorzichtig. Beweeg van onder naar boven tot alle bloem verwerkt is.

4. 4

   Vet een springvorm in een bestrooi met bloem. Stort het biscuitdeeg erin en zet het 45 minuten in de oven. Prik af en toe met een naald in het deeg: zodra die er droog uitkomt, is je biscuit klaar.

De hartvormige taart

1. 1

   Maak aan de zijkanten van de taart een inkeping en snij ‘m daarna in drie lagen. Dankzij de inkeping weet je straks hoe je de stukken weer op elkaar moet zetten. Leg de stukken op een taartkarton met dezelfde afmetingen. Besmeer de onderste en middelste laag eerst met confituur en doe er dan een laagje slagroom bovenop. Leg de bovenste laag er weer op. Besmeer de zijkanten en de bovenkant met nog wat extra slagroom.

2. 2

   Bestrooi je werkblad met wat poedersuiker en rol de marsepein uit terwijl je ‘m af en toe omdraait. Snij er eerst een lange reep uit en plak die tegen de zijkanten. Snij vervolgens met behulp van je bakvorm het hartje en leg dit op de bovenkant.

3. 3

   Als de marsepein wat hard is, leg je ‘m 10 seconden in de magnetron: dat maakt ‘m weer soepel.

4. 4

   Maak een papje van de poedersuiker, het eiwit en het citroensap. Als het nog te lopend is, doe je er nog wat poedersuiker bij. Doe het mengsel in een spuitzak en breng op de taart toefjes aan.

De bloemenversiering

1. 1

   De roosjes: kneed een klein spits torentje uit marsepein en doe er er een klein plat bolletje omheen: dit is de basis. Druk vervolgens verschillende ovalen stukjes marsepein plat: dit zijn de rozenblaadjes. Leg de blaadjes van klein naar groot met de bolle kant naar boven rondom de basis. Snij de onderkant recht af. Vorm de blaadjes tot slot met de hand zoals echte rozenblaadjes.

2. 2

   De anjers: rol een stuk marsepein dun uit. Snij er met een kartelrollertje een lange dunne reep uit. Rol het beginstuk dicht en draai de rest er mooi omheen. Maak er hier en daar een vouw in om wat volume te creëren. Snij de onderkant recht af.

3. 3

   De ranonkels: neem een rondje groene marsepein en maak er wat gaatjes in. Duw enkele kleine rondjes gele marsepein plat en vouw ze rond het groene rondje. Snij de onderkant recht af.

4. 4

   De blaadjes: maak een ovaal stukje marsepein plat en kerf er met een mesje nerven in.

De afwerking

1. 1

   Versier de taart met marsepeinen bloemen en blaadjes.

2. 2

   Werk de taart onderaan af met een mooi feestelijk lint.