bereiding

1. 1

   Bereid de risotto. Pel en snipper de sjalot en de knoflook. Fruit in de olijfolie, voeg de rijst toe en roer tot alle korrels met een laagje olie bedekt zijn. Blus met de witte wijn en roer met een houten lepel tot het vocht door de rijstkorrels opgenomen is.

2. 2

   Verwarm de bouillon tot hij echt heet is en schenk hem soeplepel per soeplepel bij de risotto. Roer telkens tot al het vocht opgenomen is voor je een nieuwe lepel toevoegt. Dit neemt ongeveer 20 minuten in beslag.

3. 3

   Blancheer 1/3 van de verse kruiden kort in kokend water. Mix ze samen met 2 à 3 eetlepels olijfolie fijn. Duw door een zeef tot een groene olie, vul verder aan met 50 ml olijfolie, kruid met peper en zout. Hak daarna de rest van de verse kruiden fijn.

4. 4

   Dep de sint-jakobsvruchten droog met keukenpapier. Bak ze 5 minuten voor het einde van de bereidingstijd van de risotto in ruim boter en olijfolie. Bak ze ongeveer 1 minuut aan 1 kant op een hoog vuur. Draai ze om zonder erin te prikken en bak ook deze kant 1 minuut op hoog vuur. Lepel de boter over de sint-jakobsvruchten terwijl je ze bakt. De binnenkant moet nog rosé zijn. Kruid dan pas met peper en zout.

5. 5

   Meng de gehakte kruiden samen met de geraspte parmezaan, de notenolie en de zure room door de risotto. Serveer met de sint-jakobsvruchten en de kruidenolie. Strooi er de gehakte hazelnoten over en leg er nog wat verse kruiden bovenop.