Eclairs met slagroom en fruit
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 230°C op de heteluchtstand. Breng het water met de boter en een snuifje zout aan de kook. Voeg in één keer alle bloem toe en roer tot een deegbal. Laat al roerend drogen op het vuur.
-
2
Haal de pan van het vuur en doe het deeg in een koude kom. Roer met een houten lepel om tot het niet meer dampt. Roer er het bakpoeder onder en roer er één voor één de eieren door, tot het beslag glad, blinkend en bijna lopend is.
-
3
Trek op een vel bakpapier met een lat en een potlood 8 lijntjes van 10 cm. Laat voldoende plaats tussen de lijnen, zeker 5 cm of nog iets meer. Bestrijk een bakplaat met een dun laagje boter. Leg hierop het vel bakpapier. De potloodlijnen leg je naar de onderkant. Door de boter plakt het papier aan de plaat, zodat het straks niet omhoog komt wanneer je de soezen gaat spuiten.
-
4
Doe het beslag in een spuitzak met gekartelde spuitmond (de breedste die je hebt) en spuit op de lijntjes. Probeer dit in één trage beweging per eclair te doen, dat is het mooiste.
-
5
Bak de eclairs zo’n 18 tot 20 minuten in de oven. Er mogen geen blaasjes meer zichtbaar zijn aan de buitenkant. Open de oven niet voor het einde van de baktijd, want dan zakken ze in! Laat ze volledig afkoelen op een rooster.
-
6
Klop de slagroom stijf met de fijne suiker. Zorg dat de slagroom goed koud is en klop het liefst in een gekoelde kom met gekoelde kloppers. Doe de slagroom in een spuitzak met gekarteld spuitmondje.
-
7
Snij de eclairs voorzichtig open met een scherp broodmes of knip ze open met de keukenschaar. Vul ze met slagroom en frambozen. Zet het ‘hoedje’ er weer op en werk af met poedersuiker.