bereiding

1. 1

   Maak het voordeeg. Los de gist volledig op in het water. Meng de bloem eronder. Dek af met vershoudfolie of een vochtige doek en laat 3 uur staan of zet een nacht of een dag in de koelkast.

2. 2

   Maak het deeg. Meng het water met de gist in een kneedmachine. Voeg de bloem en het zout toe. Voeg dan het voordeeg toe en laat 10 minuten kneden op een lage snelheid.

3. 3

   Laat nog 5 minuten kneden op een hoge snelheid tot het deeg loskomt van de zijkanten van de kom. Dek de kom af met vershoudfolie of een vochtige doek en laat 45 minuten rijzen op een warme plaats.

4. 4

   Haal het deeg uit de kom en leg het op een met bloem bestoven werkblad. Vorm het brood (opbollen) en leg het omgekeerd in een rijsmandje (met de naad naar boven). Dek af met een handdoek en laat nog eens 45 minuten rijzen.

5. 5

   Verwarm de oven voor op 240°C. Draai het rijsmandje voorzichtig om op een bakpapier. Maak een inkerving zoals een hartje. Leg het deeg samen met het bakpapier in de gietijzeren pot en zet het deksel erop. Bak 20 minuten in de oven. Verwijder het deksel en bak nog eens 15 minuten op 225°C.

6. 6

   Haal het brood uit oven. Klop voorzichtig op de onderkant om te controleren of het brood hol klinkt. Plaats op een rooster en laat afkoelen.