Samosa’s met korianderdip en mangochutney
bereiding
-
1
Maak het deeg. Meng de bloem met het bakpoeder, de boter en het zout met de vingers tot een kruimelig deeg. Voeg 60 milliliter water toe en kneed snel tot een stevig, soepel deeg. Laat afgedekt 15 minuten rusten.
-
2
Rol 8 balletjes van het deeg en rol die uit tot cirkels van ± 20 cm. Halveer de cirkels en dek ze tot het gebruik af met een vochtige doek.
-
3
Maak de chutney. Doe alle ingrediënten in een pan en laat zachtjes sudderen tot de mango zacht is.
-
4
Maak de korianderdip. Meng alle ingrediënten, kruid met peper en zout en zet koel.
-
5
Maak de vulling. Kook de aardappelblokjes en de bloemkoolroosjes 5 minuten in lichtgezouten water. Roerbak het mosterdzaad 3 minuten in boter. Schep er de aardappel, de bloemkool, de erwtjes en de groene peper bij en kruid met zout. Dek af en laat nog 8 minuten op matig vuur bakken. Prak vervolgens grof met een vork. Roer er de garam masala en de koriander onder.
-
6
Bestrijk de rand van de halve deegcirkels met wat melk en schep wat vulling op het deeg. Vouw de cirkels dubbel en druk met een vork de randen aan. Frituur de samosa’s in delen goudbruin en laat ze op keukenpapier uitlekken. Serveer met de chutney en de korianderdip.