Kaastaart met gekarameliseerde appelschijfjes
bereiding
-
1
Bekleed de bodem van 3 kleine springvormpjes (van 10 cm) met bakpapier. Maak de bodem. Maal de zandkoekjes en de walnoten fijn. Meng er de gesmolten boter onder. Verdeel het mengsel over de bodems en duw dit aan met de bolle kant van een lepel. Zet in de koelkast.
-
2
Maak de vulling. Hou 100 milliliter van de room apart. Klop de rest van de room lobbig samen met het vanillepoeder en de geraspte limoenschil. Voeg de suiker en de roomkaas toe en mix goed.
-
3
Week de gelatine in koud water. Verwarm de overgebleven room, voeg de uitgeknepen gelatine toe en roer goed los. Lepel de room onder de kaascrème. Verdeel de crème over de vormpjes en zet minstens 6 uur in de koelkast.
-
4
Maak de karamelsaus. Doe de suiker met een scheutje water in een steelpan met hoge rand en breng het suikerwater langzaam aan de kook. Laat het net zolang koken tot je een mooie, licht goudkleurige karamel hebt.
-
5
Blus de hete karamel met de room. Neem de pan van het vuur en voeg de fleur de sel, de kaneel en de boter in blokjes toe. Roer goed door tot een mooie gladde karamelsaus. Schil de appelen en snij ze in maantjes. Leg ze in de karamelsaus en laat ze een minuutje garen.
-
6
Haal de taartjes uit de koelkast en verdeel er de appeltjes over. Besprenkel met extra karamelsaus en werk af met de rozemarijn.