bereiding

1. 1

   Spoel de courgette en snij ze in blokjes. Schil de wortelen en snij ze in blokjes. Pel de ui en snipper hem fijn. Stoof de ui glazig in wat boter. Voeg de wortelen toe aan de pan. Voeg ook de rijst toe en laat die 2 minuten al roerend meebakken, tot de korrels mooi glanzen.

2. 2

   Zet het vuur lager. Voeg een pollepel warme bouillon toe en roer de rijst regelmatig om met een houten lepel. Wacht tot de rijst de bouillon volledig heeft opgenomen en voeg dan een nieuwe lepel bouillon toe. Werk zo verder tot alle bouillon op is. Voeg na een 10-tal minuten, halverwege de bereidingstijd, de erwtjes en de courgetteblokjes toe.

3. 3

   Roer aan het einde van de bereiding de parmezaan en een klontje boter door de risotto. Kruid hem met peper en een klein beetje zout. Zet het deksel op de pan, haal de risotto van het vuur en laat hem even staan.4 Bak de worstjes intussen goudbruin en gaar in boter en serveer ze bij de risotto.