Garnaalkroketten
bereiding
-
1
Spoel de groenten en snij in stukken.
-
2
Doe de groenten met de garnaalpellen, de visafval, de wijn, een halve liter water en het kruidentuiltje in een grote pan. Breng aan de kook. Laat 15 minuten sudderen; niet langer, anders smaken de visgraten naar ammoniak. Zeef de visfumet.
-
3
Smelt de boter, roer er de bloem door tot een gladde roux; laat wat "opdrogen" op zacht vuur. Leng geleidelijk aan met de gezeefde fumet. Blijf roeren en laat indikken.
-
4
Voeg de losgeklopte eierdooiers één voor één aan de velouté toe; op laag vuur want het mag niet meer koken! Roer na elke dooier tot het mengsel glad is. Kruid met nootmuskaat, flink wat peper en weinig zout.
-
5
Meng er voorzichtig de gepelde garnalen door.
-
6
Bestrijk een ondiepe, rechthoekige vorm met een beetje olie. Schep het mengsel erin, strijk glad met een spater. Zet minstens 6 uur in de koelkast.
-
7
Ontvorm de "koek" op een koud werkvlak. Snij met een scherp, lichtjes natgemaakt mes in even grote porties.
-
8
Wentel de kroketten in losgeklopt eiwit, dan in paneermeel. Laat nog een kwartiertje opdrogen in de koelkast.
-
9
Bak de garnaalkroketten in het frituurolie goudbruin.
-
10
Serveer met gefrituurde peterselie en een partje citroen. Meer hoeft dat echt niet te zijn!
Voorbereiding