bereiding

1. 1

   Zeef de bloem en meng met de gist en de suiker. Voeg de eieren en het zout toe en kneed tot een homogeen deeg (ongeveer 15 minuten).

2. 2

   Verdeel de boter in 4 porties en kneed ze geleidelijk door het deeg. Leg het deeg in een met olie ingevette kom, dek af met huishoudfolie en laat 2 uur rijzen op een warme plaats, tot het deeg in volume verdubbeld is. Kneed opnieuw door, vorm 16 balletjes en druk ze plat op een bakplaat met bakpapier. Laat opnieuw 50 minuten rusten onder huishoudfolie.

3. 3

   Schenk de melk in een pannetje. Snij het vanillestokje open en schraap er het merg uit. Doe het samen met het stokje bij de melk en breng aan de kook.

4. 4

   Klop de eidooiers met de suiker en het maïszetmeel luchtig op. Haal het vanillestokje uit de melk en giet de melk al roerend bij het eimengsel. Giet alles weer in de pan en laat al roerend zachtjes indikken tot een dikke pudding - het mengsel mag niet koken! Roer er van het vuur af de boter door en laat afkoelen.

5. 5

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schep op elk deegrondje wat banketbakkersroom en beleg met fruit naar keuze. Bestrijk de randen met losgeklopt ei en strooi er rietsuiker over. Zet 8 à 10 minuten in de oven en laat afkoelen op een rooster.