perenclafoutis met 'dulce de leche'
bereiding
-
1
Maak een dag op voorhand de dulce de leche. Neem het blik gecondenseerde melk en verwijder het papier eromheen. Breng water aan de kook en zet het ongeopende blik in de pan. Doe een goed sluitend deksel op de pan en breng aan de kook. Zet het vuur laag zodra het water kookt en laat zo 1 uur zachtjes koken. Check af en toe of het blik nog onder water staat. Vul indien nodig aan met heet water om het kookproces niet te vertragen.
-
2
Neem het blik uit de pan en laat het volledig afkoelen. Open het blik en giet de inhoud in een kom, roer los tot een homogene saus.
-
3
Verwarm de oven voor op 190°C. Maak een suikerstroop: breng 450 ml water aan de kook met 300 g suiker, een zakje vanillesuiker en een kaneelstokje. Schil de peertjes en kook ze een halfuurtje in de suikerstroop. Check of ze goed gaar zijn. Laat de peertjes afkoelen in de stroop, zodat ze niet uitdrogen.
-
4
Meng in een kom het amandelpoeder met de boter, de suiker, de vanillesuiker, de eieren en de perenlikeur tot een clafoutisdeeg. Schik de peertjes in een beboterde ovenvaste schaal en giet het beslag rond de vruchten. Bak de clafoutis ongeveer 25 minuten, op 190°C.
-
5
Serveer warm met de ’dulce de leche’ en een bolletje vanille-ijs.