bereiding

1. 1

   Klop de kalkoenlapjes lichtjes plat tussen twee vellen plasticfolie. Kruid met peper en zout.

2. 2

   Roer de verse kaas los met het citroensap, kruid met peper en zout. Hou enkele takjes rode bessen apart voor de afwerking en ris de rest van de takjes. Spoel en laat uitlekken. Dep ze voorzichtig droog. Meng ze met de tijm door de kaasmix.

3. 3

   Verdeel de kaasmix over de kalkoenlapjes en rol dicht. Sluit de rolletjes met keukentouw.

4. 4

   Verhit de boter in een pan en braad de kalkoenrolletjes rondom goudbruin. Giet de wijn en de gevogeltefond bij in de pan. Dek af en laat op zacht vuur 20 minuten smoren. Neem de kalkoenrolletjes uit de pan en verwijder het keukentouw.

5. 5

   Roer de honing en de bessengelei door de saus en laat even inkoken. Giet de saus door een zeef. Breng verder op smaak met peper en zout. Leg de kalkoenrolletjes weer in de pan en warm nog even door.

6. 6

   Stoof de veenbessen met de suiker gedurende 10 minuten.

7. 7

   Warm de peren op in een bodempje van de siroop die erbij zit. Vul ze met de veenbessen.

8. 8

   Verdeel de kalkoenrolletjes over de borden en lepel er wat saus bij. Leg de gevulde peertjes erbij en werk af met een trosje rode bessen en een plukje peterselie. Lekker met kroketjes.