Traditionele appeltaartjes
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 180°C. Meng de bloem met de verse kaas en de suiker tot een stevig deeg. Laat 30 minuten rusten in de koelkast.
-
2
Vet individuele taartvormpjes royaal in met boter. Rol het deeg uit en steek er cirkels uit die net iets groter zijn dan de bakvormpjes. Leg het deeg in de vormpjes. Prik de bodems in met een vork. Beleg met bakbonen in en bak blind gedurende 8 minuten.
-
3
Verwijder de bakbonen en kwast het deeg lichtjes in met wat losgeklopt ei. Zet nog 5 minuten in de oven. Hou de deegbodems goed in de gaten, zodat ze niet verbranden. Haal ze uit de oven en laat even afkoelen.
-
4
Boen de appelen schoon onder stromend water. Snij ze in vieren, verwijder het klokhuis en snij het vruchtvlees in blokjes van ongeveer 1 cm. Besprenkel met citroensap.
-
5
Smelt de boter en vermeng met het puddingpoeder of het uitgeschraapte merg van een vanillestokje. Voeg de rest van de losgeklopte eieren en de palmsuiker toe. Meng goed zodat er geen klonters ontstaan.
-
6
Verdeel de appelblokjes over de taartbodems. Schep zo weinig mogelijk citroensap mee zodat de vulling voldoende droog blijft. Giet het botermengsel over de appelblokjes en bestrooi met rietsuiker.
-
7
Bak de taartjes 45 minuten in de oven. Ontvorm ze zo snel mogelijk.