Amandel-appeltaartjes
bereiding
-
1
Kneed alle ingrediënten voor het deeg tot een glad beslag dat niet meer aan je handen plakt. Voeg eventueel wat koud water of extra bloem toe.
-
2
Halveer het deeg en vorm er twee rolletjes van. Wikkel ze in plasticfolie en laat 30 min. rusten in de koelkast.
-
3
Vet 20 taartvormpjes in met boter en bestuif met bloem.
-
4
Verwarm de oven voor op 180°C. Snij het deeg in 20 plakjes, rol licht uit en verdeel over de vormpjes. Bak ze in ongeveer 15 min. goudbruin in de oven. Haal uit de oven en laat even afkoelen in de vormpjes. Haal de taartjes uit de vorm en laat ze verder afkoelen op een rooster.
-
5
Spoel en droog de appelen, snij ze in vieren en verwijder het klokhuis. Snij de partjes in schijfjes. Bak ze goudbruin in een pan met boter. Haal van het vuur, bestrooi met de bruine suiker en kaneel en laat afkoelen.
-
6
Klop de room stijf met de vanillesuiker en vul de kleine taartjes ermee. Werk af met de gebakken appelschijfjes.