Carpaccio met granaatappel en mandarijn
bereiding
-
1
Pers het sap van 1 mandarijn, vang op. Pel de andere mandarijn en maak de partjes los. Maak de pitjes van de granaatappel los.
-
2
Meng 4 eetlepels van het mandarijnsap met 4 eetlepels olijfolie. Breng op smaak met peper en zout.
-
3
Spoel de rucola, laat goed uitlekken in een vergiet. Snipper grote blaadjes fijn en leg ze als basis in een aperitiefschaaltje. Sprenkel er een beetje van de vinaigrette over.
-
4
Neem een plakje carpaccio en een partje mandarijn en prik beide losjes op een partyvork. Leg het vorkje mee in het schaaltje. Werk af met granaatappelpitten, basilicum, olijfolie en geraspte parmezaan.