Appelwafels met rozijnen en vanille-ijs
bereiding
-
1
Schil de appelen en snij ze in kleine stukken. Meng ze met de rozijnen en een scheut calvados. Laat trekken.
-
2
Meng de eieren met de bloem, de boter en de suiker. Los de gist op in 100 ml melk en voeg die daarna toe aan het deeg. Kneed het deeg minstens 7 minuten stevig door.
-
3
Maak het vanille-ijs. Snij het vanillestokje overlangs en schraap het merg eruit. Breng de volle melk met de vanillezaadjes en het -stokje aan de kook. Klop de eieren en de kristalsuiker op tot een wit-schuimig mengsel. Haal het vanillestokje uit de melk en voeg de melk onder voortdurend kloppen voorzichtig toe aan het ei-suikermengsel. Giet het in de ijsmachine en laat het tot ijs draaien.
-
4
Laat de appelen en rozijnen uitlekken en meng ze onder het deeg. Kneed het deeg niet door. Dek het af met een handdoek en laat het het 30 min. rijzen.
-
5
Verdeel het deeg in bolletjes van 40 g. Leg ze op een met bloem bestrooide bakplaat en laat 20 minuten rijzen.
-
6
Vet het wafelijzer in met varkensvet en bak de wafels in porties. Laat ze afkoelen op een rooster. Serveer de wafels met een bolletje vanille-ijs en een blaadje verse munt.