Aardbeientaart
bereiding
-
1
Meng de bloem met de suiker en een snuifje zout. Voeg de boter en de eierdooier toe. Kneed tot een soepel deeg. Wikkel het deeg in vershoudfolie en zet 30 minuten in de koelkast.
-
2
Verwarm de oven voor op 160°c. Bekleed een springvorm met bakpapier. Ril het deeg uit ter grootte van de springvorm op een met bloem bestoven werkvlak. Legt het in de bakvorm en bak de bodem in ± 20 minuten knapperig in de oven en laat afkoelen.
-
3
Week de gelatine voor de vulling in koud water. Breng de melk aan de kook met de vanillesuiker. Klop de eierdooiers romig met de suiker. Voeg de melk toe en klop boven een warmwaterbad tot het mengsel indikt (niet laten koken). Los er van het vuur de goed uitgeknepen gelatine in op.
-
4
Klop de room stijf. Maak de aardbeien schoon en pureer ze in de keukenmachine.
-
5
Zet de vulling in een ijswaterbad en blijf roeren tot ze begint op te stijven. Neem ui het waterbad en spatel de room erdoor.
-
6
Schep een beetje vulling in een spuitzak en zet koel weg voor de afwerking. Meng de rest van de vulling met de aardbeienpuree. Verdeel over de taartenbodem en strijk glad. Laat minstens 4 uur opstijven in de koelkast.
-
7
Week de gelatine voor het glazuur in koud water. Maak de aardbeien schoon en snij ze in stukken. Doe de aardbeien met het appelsap en de suiker in een steelpan. Laat 10 minuten borrelen. Roer geregeld. Wrijf door een zeef en los er de goed uitgeknepen gelatine in op. Laat afkoelen. Schenk het glazuur over de taart en zet nog een uur in de koelkast.
-
8
Ontvorm de taart en werk naar smaak af met de rest van de vulling.