bereiding

1. 1

   Pel en snipper de ui. Snij de selder in blokjes, de venkel in dunne plakjes. Schil de wortelen, snij ze in schuine plakken. Halveer de radijzen.

2. 2

   Stoof de ui glazig in een soeppan met boter. Voeg de selder, wortelen, venkel en radijzen toe, samen met de laurier en de tijm. Overgiet met de witte wijn en 650 ml water. Laat de groenten 15 minuten gaar stoven op een matig vuurtje.

3. 3

   Schep de groenten uit de soep en hou ze apart. Verwijder de laurier en de tijm. Spoel de sla, snij fijn en laat 5 minuten koken in de bouillon. Voeg de room toe en mix goed fijn. Kruid naar smaak met peper en zout.

4. 4

   Voeg de groenten terug toe aan de soep. Verdeel over soepborden of kommetjes en werk af met verse waterkers.