Kaneelsterren
bereiding
-
1
Hak de gekonfijte sinaasappelschil fijn.
Snipper 3 à 4 eetlepels amandelen.
Verwarm de oven voor op 190°C (boven- en onderwarmte).
-
2
Rooster 200 g amandelen goudbruin in een pan met antiaanbaklaag. Kneed met de
handen de lauwwarme amandelen en de sinaasappelschil goed door de marsepein.
Voeg suiker, zout en kaneel toe, samen met een ei en een eigeel. Kneed nog eens
goed. Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat twee uur afkoelen. -
3
Klop het resterende eiwit met de poedersuiker tot een dikke romige massa. Neem een volle eetlepel van het eiwitglazuur en kleur het groen. Giet in een spuitzak en leg apart.
-
4
Rol het deeg op een met bloem bestrooid werkvlak uit tot een lap van 7 à 9 mm dik. Bestrijk het dun met een beetje eiwitglazuur. Steek er sterren uit (van zo’n 6,5 cm). Druk ze van onder naar boven uit het vormpje en leg ze op een met bakpapier bekleed bakblik. Bak ze 5 à 6 minuten op het op één na laagste niveau in de oven. Laat afkoelen op het bakblik.
-
5
Kneed de restjes deeg tot een bol, rol uit, bestrijk het dun met glazuur en steek er sterren uit. Verzamel de laatste restjes en rol het restdeeg ook weer uit. Is het deeg te kleverig, dan zal het uitsteken van vormpjes niet lukken. Strooi dan amandelschilfers op het werkvlak en rol daarop het deeg tot staven, die u in stukken van 3 à 4 cm snijdt en bakt.
-
6
Decoreer de sterren (of de staven) met het groene glazuur en versier met suikerparels. Laat hard worden.
Voorbereiding