Griet met witloof
bereiding
-
1
Verwarm de ovengrill voor op 180°C.
-
2
Spoel het witloof. Halveer de stronkjes en verwijder de harde kern. Bak ze kort aan op een hoog vuur, in een beetje boter en olie. Kruid ze met peper en zout. Lepel er de honing bij en laat lichtjes karamelliseren. Dek af en laat zacht stoven, tot het witloof beetgaar is.
-
3
Verdeel de grietfilets in 2 gelijke stukken. Kruid ze met peper en zout. Bak ze 1 minuut aan elke kant. Leg ze op een grote ovenplaat. Bestrijk 4 stukken met mosterd en bestrooi ze met het paneermeel. Zet 3 minuten onder de grill.
-
4
Breng in een steelpannetje het sinaasappelsap en de wijn aan de kook met de sjalotsnippers. Laat tot ongeveer de helft inkoken. Pureer kort met de staafmixer. Kruid met peper en zout. Neem van het vuur en werk op met 30 g ijskoude botervlokjes.
-
5
Leg 1 ongepaneerd stuk vis op ieder bord en schep er een portie witloof op. Dek af met een tweede stuk vis met mosterdkorstje. Lepel er wat saus bij.