bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 225°C. Schil de peertjes, laat de steel eraan. Pel de sjalotten. Breng de wijn, de bessenlikeur, de honing en het vierkruidenpoeder in een stoofpot aan de kook. Doe de peren en de sjalotten erbij en laat op een zacht vuur 30 minuten stoven, of tot de peren gaar zijn. Haal de peren en de sjalotten uit het kookvocht en laat het vocht tot 2/3 inkoken.

2. 2

   Kleur het vlees rondom in een pan met wat boter en leg het in een ovenschaal of braadslee. Kruid met peper en zout. Zet 12 minuten in de oven, verlaag de oventemperatuur tot 180°C en laat nog 16 minuten verder garen tot het vlees mooi rosé is.

3. 3

   Haal het vlees uit de oven en laat het 10 minuten rusten onder aluminiumfolie alvorens het in plakken te snijden.

4. 4

   Deglaceer de braadschotel met de ingekookte rode wijn van de peertjes, giet alles in een pannetje en voeg al kloppend 50 g koude boter in vlokjes toe.

5. 5

   Serveer het gebraad met de peertjes, de sjalotten en de rodewijnsaus.