bereiding

1. 1

   Laat diepvriesbladerdeeg ontdooien. Schil de appelen, snij ze in kwartjes, verwijder het klokhuis en snij het vruchtvlees in blokjes.

2. 2

   Smelt de boter in een koekenpan op een middelhoog vuur, doe er de appeltjes in, meng er de honing en het citroensap onder en laat 5 minuten stoven. Haal uit de pan en laat afkoelen.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 200°C. Spoel de pruimen, snij ze doormidden, verwijder de steen en snij het vruchtvlees in stukjes. Roer de pruimen door de appelen, samen met de kaneel en de suiker. Klop de eieren los met de room.

4. 4

   Rol het bladerdeeg uit op een met bloem bestoven werkvlak en snij er 8 vierkantjes van 15 x 15 cm uit. Schep 1 à 2 eetlepels van het vruchtenmengsel in het midden van elk deeglapje. Vouw de hoeken naar binnen, druk ze in het midden goed samen en strijk er eventueel al wat eierroom over om ze dicht te houden.

5. 5

   Leg de flapjes op een met bakpapier beklede bakplaat, strijk ze in met (de rest van) de eierroom. Strooi er de suiker en de amandelen over en bak de flapjes in 25 minuten goudbruin in de oven. Neem ze uit de oven en laat ze afkoelen.