bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Laat de kalkoen op kamertemperatuur komen, spoel vanbinnen en vanbuiten goed af met koud water. Dep voorzichtig droog met keukenpapier. Snij de pancetta in blokjes. Schil de appelen, snij ze in stukjes. Spoel en snipper de peterselie en salie. Pel en plet de knoflook.

2. 2

   Meng het gehakt met de pancetta, de kastanjepuree, de appelen, de peterselie, de knoflook, de citroenschil, de salie en het paneermeel en kruid met peper en zout. Vul er de kalkoen mee.

3. 3

   Bind de poten van de kalkoen samen met keukentouw, zodat de vulling mooi binnen blijft. Wrijf de kalkoen in met boter, kruid met peper en zout. Steek in het dikste gedeelte van de kalkoen een vleesthermometer, maar zorg ervoor dat hij geen botten raakt. Die worden warmer dan de vulling en geven dus een vertekend beeld van de kerntemperatuur.

4. 4

   Leg de kalkoen in een braadslede en zet ’m ongeveer 2,5 uur in de oven. De kerntemperatuur moet 74°C bedragen en het vocht dat uit de kalkoen loopt wanneer je erin prikt, moet helder zijn.

5. 5

   Laat de gare kalkoen nog 20 minuten rusten onder aluminiumfolie. Maak de braadresten los met kippenbouillon en laat inkoken tot de helft. Monteer de jus met enkele klontjes koude boter en kruid met peper en zout.
   Tip: Lekker met appeltjes gevuld met veenbessencompote en kroketjes.