bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Leg voor de gremolata de hazelnoten op een bakplaat en rooster ze in 8 tot 10 minuten goudbruin. Laat afkoelen op keukenpapier. Doe ze in de blender en mix fijn met de peterselie, citroenschil en knoflook. Zet apart en verlaag de oventemperatuur naar 170°C. 

2. 2

   Rooster het venkel-, koriander-, en kardemomzaad en stamp daarna samen met de harissa, het paprikapoeder, peper en zout fijn in de vijzel. Wrijf er de kalkoen mee in en laat even rusten. 

3. 3

   Halveer de sjalotten. Verhit boter in een pan en bak de sjalotten enkele minuten. Blus met de wijn, laat verdampen en voeg de fond toe. Halveer de sinaasappelen, prik er een rozemarijntak in. Leg de kalkoen en de sinaasappelhelften in het vocht en schuif 40 tot 50 minuten in de voorverwarmde oven. Keer af en toe om en bedruip met het braadvocht. 

4. 4

   Maak de boontjes schoon en blancheer ze enkele minuten in lichtgezouten water. Laat schrikken onder ijskoud water. Stoof ze in een klontje boter.

5. 5

   Neem het gebraad uit de oven en hou warm onder aluminiumfolie. Bind de saus met een blonde roux of sausbinder. Kruid eventueel bij met peper en zout.

6. 6

   Snij de kalkoen in plakken en serveer met de boontjes en de sinaasappelen. Bestrooi met de gremolata en werk af met verse peterselie.