Cannelloni met spinazie en wittebonensaus
bereiding
-
1
Start met de bereiding van de tomatensaus. Pel hiervoor het teentje knoflook en halveer. Zet een pannetje op het vuur met wat olijfolie en laat de knoflook hier even in trekken zodat hij zijn smaak afgeeft.
-
2
Voeg er de tomatenpassata en puree bij, samen met het kruidenboeket en de rozemarijn. Breng op smaak met peper en zout en laat zo’n 20 minuutjes pruttelen.
-
3
Giet de bonen af, spoel goed na en mix samen met wat olijfolie tot een gladde, witte, iets dikkere saus. Vind je de saus te dik, giet je er nog wat olijfolie bij. Breng op smaak met peper en zout.
-
4
Verwarm de oven voor op 180°C. Kook de cannelloni eventueel kort voor zodat ze iets zachter worden, maar nog niet volledig gaar. Spoel de spinazie en zwier droog.
-
5
Zet een pannetje met wat olijfolie op het vuur en bak er de knoflook en de sjalot even in op. Voeg de spinazie erbij en laat slinken. Laat de spinazie goed uitlekken, wring nog extra uit zodat het meeste vocht verdwenen is.
-
6
Hak de spinazie grof en meng er 3/4 van de ricotta onder. Breng op smaak met peper en zout. Vul de cannelloni-rolletjes ermee en snij vervolgens ieder rolletje in 3 gelijke stuks.
-
7
Neem een ovenschaaltje en vet in met wat olijfolie. Giet wat tomatensaus in de ovenschaal en daarop de bonensaus en schik er vervolgens de stukjes cannelloni in, rechtopstaand. Verdeel de ricotta erover en bak nog zo’n 25 à 30 minuten in een hete oven. Haal uit de oven en werk af met geroosterde pijnboompitten en wat bladpeterselie.