bereiding

1. 1

   Schil de aardappelen en de knolselder. Snij de knolselder in niet te kleine blokjes. Klop de eieren los met een koffielepeltje water.

2. 2

   Doe de aardappelen in een pan met ruim gezouten water en breng aan de kook. Voeg na vijf minuten de knolselder en een scheutje azijn toe en kook verder tot alles gaar is.

3. 3

   Giet de aardappelen en de knolselderblokjes af, doe ze weer in de pan, voeg de boter in stukjes toe en stamp alles tot puree. Die hoeft niet heel fijn te zijn voor kroketjes.

4. 4

   Voeg de melk, de versgeraspte nootmuskaat en de witte peper toe en roer alles nog eens goed.

5. 5

   Maak kroketjes met de machine of met de hand. Rol ze eerst door het ei en dan door het paneermeel en zet ze minstens een uur in de koelkast om op te stijven.

6. 6

   Bak de kroketjes in de frituurpan op 175°C gedurende vijf minuten of tot ze mooi bruin zijn. Laat even uitlekken op keukenpapier en serveer dan meteen.