bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 230°C. Meng in een kom de bloem met het griesmeel en het zout. Voeg het water in kleine beetjes toe, en roer goed met een lepel alvorens je opnieuw water toevoegt. Kneed het deeg gedurende 2 minuten goed door.

2. 2

   Maak een bal van het deeg, en verdeel die vervolgens in 12 kleine balletjes. Dek af met een vochtige theedoek.

3. 3

   Hak de zongedroogde tomaten fijn. Fruit de knoflook en peterselie in wat olijfolie aan, voeg de zongedroogde tomaten en de venkel- en korianderzaadjes toe. Breng op smaak met peper en zout en leng aan met de rest van de olijfolie.

4. 4

   Maak van elk balletje deeg een ronde cirkel met een diameter van ongeveer 10 cm. Rol goed uit op een met bloem bestoven ondergrond. Maak ze zo dun mogelijk.

5. 5

   Verwarm de oven 40 minuten voor op 230°C. Leg de plakken op een bakplaat en bak af in 2 tot 4 minuten. Keer de plakken om en bak ze nogmaals 2 minuten.

6. 6

   Leg de burrata op een serveerschaal, leg er de rucola rond en lepel er de marinade over. Serveer met het nog warme pane carasau.