bereiding

1. 1

   Klop de eieren luchtig met de suiker en de vanillesuiker. Zeef de bloem boven de deegkom en meng erdoor. Los het puddingpoeder op in 4 el melk. Voeg geleidelijk de melk en de opgeloste vanillepudding bij het beslag. Meng tot het een mooi glad beslag is.

2. 2

   Smelt een klontje boter in een pannenkoekenpan met antiaanbaklaag. Giet er een pollepel beslag in. Wacht tot het beslag gestold is en draai de pannenkoek om. Bak nog even verder. Bak zo alle beslag op. Hou de pannenkoeken warm onder aluminiumfolie of in een voorverwarmde oven op 100°C.

3. 3

   Warm de bessengelei op en voeg er de verse bramen, bosbessen en frambozen aan toe. Laat even goed mee warmen tot het een bessensaus is, zonder de vruchten helemaal plat te koken.

4. 4

   Klop de slagroom met de poedersuiker stijf. Vouw de pannenkoeken dubbel en leg ze op borden. Werk af met een lepel slagroom en de bessensaus.