bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Maak de groenten schoon.

   Snij het wit van de prei in ringen, de stelen van de selder in stukjes, hak de peterselieblaadjes fijn (hou de steeltjes apart), verdeel een wortel in schijfjes en snij 1 ui fijn.

   Gooi de rest niet weg, dat gebruiken we om de kip in te koken; de fijngesneden groenten gebruiken we op het einde van de bereiding.

   Schil de tweede ui en prik er de kruidnagels in.

2. 2

   Leg de kippen samen met de ui, het groen van de prei, de selderbladeren, de peterseliesteeltjes en de tweede wortel samen in een grote gietijzeren pot en schenk er water bij tot alles onder staat.

   Kruid met peper, zout, tijm en laurier en laat alles ongeveer 25 à 35 minuten koken, tot het vlees van het karkas loskomt.

3. 3

   Haal de kippen uit het kookvocht, laat even afkoelen.

   Ontvel de kip en haal het vlees van de karkassen en de bouten.

4. 4

   Zeef het kookvocht (bouillon) en hou het apart.

   Stoof de fijngesneden groenten even aan in wat boter (30g).

   Voeg er de stukken kip en de gezeefde bouillon bij.

   Laat alles 10 minuten op een zacht vuur garen.

5. 5

   Meng 50 g boter met 3 eetlepels bloem tot een roux.

   Voeg de roux bij de waterzooi en roer om tot alles indikt.

   Voeg er de room bij.

   Breng op smaak met peper en zout.

6. 6

   Bestrooi de waterzooi met de fijngehakte peterselie en dien ze op met gekookte aardappelen.