bereiding

1. 1

   Meng de bloem en de gist in een kom en roer er de suiker en het zout door. Maak een kuiltje, giet er de melk en de olie in en breek er het ei in. Kneed tot een deeg, dek de kom af met een doek en laat 2 uur rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.

2. 2

   Rol het deeg zo’n centimeter dik uit op een bebloemd werkvlak, steek er 12 rondjes uit en maak in het midden telkens een gat met de appelboor. Verwijder het overtollige deeg. Leg de donuts op een met bakpapier beklede bakplaat, dek af met een handdoek en laat opnieuw rijzen tot het volume verdubbeld is.

3. 3

   Verhit de frituurolie in een pan en bak de donuts per 4 zo’n 2 minuten per kant. Laat uitlekken en afkoelen op keukenpapier. Verwarm het suikerglazuur.

4. 4

   Snij onderaan een stukje van elke donut, dompel ze in glazuur (afwisselend witte en roze), bestrooi ze met hagelslag en vorm een rups. Snij de kleine donutstukjes door voor de pootjes. Maak voelsprieten van de chocoladesticks en het gommetje, en oogjes met de suikerparels.