bereiding

1. 1

   Zeef de bloem voor het deeg. Maak er een kuiltje in. Doe daar de eidooier in en leg er de boter in stukjes rond. Hak die met 2 messen door de bloem. Voeg ijskoud water toe tot het deeg goed te kneden is. Maak er een bal van, duw plat, verpak in huishoudfolie en zet 1 uur in de koelkast.

2. 2

   Maak de vulling. Breng de melk met de rijst, suiker en vanillesuiker tegen de kook aan. Laat 30 minuten zacht garen zonder te koken, roer regelmatig om.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 170°C. Rol het deeg uit. Vet 6 individuele taartvormpjes in met boter, bekleed met het deeg. Leg er een vel bakpapier op en vul de vormpjes tot de rand met een steunvulling. Bak 8 minuten in de oven. Haal ze eruit, verwijder het bakpapier met de vulling.

4. 4

   Maak de banketbakkersroom. Breng de melk aan de kook. Klop de dooiers met de suiker en het maïszetmeel wit-schuimig. Roer er de melk door, zet op laag vuur en laat al roerend indikken.

5. 5

   Meng de banketbakkersroom en het extra ei door de rijstpap. Giet de vulling in de bodempjes en bak 20 à 25 minuten. Laat afkoelen op een rooster.

6. 6

   Haal de pulp uit de passievruchten, lepel over de taartjes en serveer.