bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Breek de houtachtige uiteinden van de asperges. Snij de asperges in stukjes van zo’n 4 cm (de dunne stukken iets langer, de dikkere iets korter). Blancheer 2 minuten in lichtgezouten kokend water en spoel ze meteen onder de koude kraan. Hou eventueel wat van het kookvocht apart. Rasp de parmezaan.

2. 2

   Verwarm 3 eetlepels boter in een pan met dikke bodem, op middelhoog vuur. Stoof daarin even de sjalotjes en voeg dan de rijst toe. Bak die 2 minuten al roerend mee, maar laat ’m niet bruin worden!

3. 3

   Blus de rijst met de wijn. Roer zachtjes met een houten lepel, tot de rijst de wijn heeft opgeslorpt. Voeg dan 1 pollepel van de kokende bouillon toe en roer tot die volledig is opgeslorpt. Ga zo verder met de rest van de bouillon, tot de rijst gaar is. Dat duurt 15 à 20 minuten.

4. 4

   Haal de risotto van het vuur.  Roer er voorzichtig de geraspte parmezaan door, een klontje boter en de asperges. Breng op smaak met peper en zout en serveer meteen.