Met ragù gevulde portobello's
bereiding
-
1
Voor de ragout, schraap de wortelen schoon en snij ze in stukjes. Snij de selder in ringen. Snipper de ui.
-
2
Fruit de ui, de selder en wortelstukjes in de olijfolie. Voeg laurier, tijm, rozemarijn en de varkenswangetjes toe. Braad rondom aan. Blus met de rode wijn en voeg de tomatenblokjes toe.
-
3
Laat afgedekt 45 à 55 minuten stoven op een zacht vuur tot het vlees in draadjes uiteenvalt. Breng op smaak met peper en zout.
-
4
Breng de bouillon en melk aan de kook, schenk twee derde ervan in een stoofpot en giet de polenta erbij. Blijf ongeveer 5 minuten roeren tot het maïsgriesmeel gaar is. Is de polenta te ‘vast’, schenk er dan nog wat warme bouillon bij.
-
5
Voeg een flinke klont boter en de geraspte parmezaan toe. Roer om en breng verder op smaak met peper en zout.
-
6
Bak de portobello’s in wat boter en olijfolie. Kruid met peper en zout.
-
7
Lepel de polentapuree op een diep bord. Leg er een portobello champignon op en vul deze met de ragout, werk af met rucola.