Sushi met boerenkool
bereiding
-
1
Doe de zonnebloempitten, het zout en 450 ml water in een kom en laat 1 nacht weken.
-
2
Giet de pitten af en laat goed uitlekken. Mix ze grof.
-
3
Maak de boerenkool schoon en verwijder de grote nerven. Blancheer ze in kokend gezouten water. Giet af en laat schrikken onder koud water. Laat goed uitlekken. Snipper fijn.
-
4
Schil de peterseliewortelen en snij in grove stukken. Mix ze met het limoensap en wat zout tot ‘rijst’. Meng er de pitten onder. Kruid met peper en zout.
-
5
Maak de lente-ui schoon en snij in reepjes. Snij ook de zalm en de rode biet in reepjes.
-
6
Leg een norivel op een sushimatje. Maak je handen vochtig en verdeel er wat peterseliewortelrijst over. Laat 1 cm vrij aan de rand het dichtst bij je en stop in het midden van het norivel.
-
7
Verdeel de boerenkool, rode biet, lente-ui en zalm en wat koriander horizontaal over het midden van de rijst en besprenkel met de sesamzaadjes. Rol de sushi compact op. Snij in stukjes en werk af met nog wat koriander.
-
8
Bereid het sausje. Meng het limoensap met de miso, de rijstazijn, de sesamolie, de verse gember en de esdoornsiroop. Serveer de sushi met het sausje.