Aardappelpuree
bereiding
-
1
Schil en spoel de aardappelen. Snij ze in gelijke stukken zodat ze allemaal gelijktijdig gaar zijn.
-
2
Dompel de aardappelen onder in koud gezouten water. Zet de pan op het vuur. Het water wordt stilaan warm en de aardappelen zullen gelijkmatig garen. Als je ze in kokend water legt, wordt de buitenkant onmiddellijk bloemig, terwijl de binnenkant nog niet gaar is.
-
3
Kook de aardappelen in 20 à 25 minuten gaar. Zet het vuur minder zodra het water kookt: dan gaat de warmte langzaam in de aardappelen.
-
4
Giet de aardappelen af wanneer ze gaar zijn. Let erop dat je werkelijk al het water afgiet. Schud ze daarna nog eens goed op.
-
5
Draai de aardappelen door de roerzeef of plet ze met een pureestamper.
-
6
Maak in de puree een ‘nestje’ en giet daar de melk in. Doe er ook het ei in. Als het ei rechtstreeks in contact komt met de warme puree, zal het direct stollen en krijg je slierten ei in de puree.
-
7
Voeg de boter toe en roer met de garde krachtig door de puree. Door de aanwezigheid van het eiwit zal de puree heel luchtig worden. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.