bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de aardappelen. Snij ze in flinterdunne plakjes (1 à 2 millimeter). Gebruik bintjes, die bevatten meer zetmeel dan bijvoorbeeld nicola of charlotte.

2. 2

   Leg de aardappelen in een beboterde ovenschaal. Spoel ze zeker niet, want je hebt al het zetmeel nodig! Zodra de plakjes aardappel de warmte voelen, zorgt het zetmeel ervoor dat ze aan elkaar gaan plakken. Kruid elke laag aardappelschijfjes met peper en zout.

3. 3

   Zet ondertussen de melk en de room op een vuurtje, kruid met peper, zout en nootmuskaat en voeg een teentje gehakte knoflook toe. Je kunt desgewenst ook tijm en laurier toevoegen.

4. 4

   Giet de warme melk en room over de aardappelen. Doordat je het mengsel er warm over giet, gaan de aardappelen sneller garen en vermijd je dat ze rauw uit de oven komen.

5. 5

   Plaats de schaal 25 minuten in de oven. Verhoog dan de oventemperatuur naar 200°C en laat nog eens 20 minuten verder garen. Door de oven warmer te zetten, creëer je bovenaan een korstje. Het vet zorgt voor het bruine korstje. Daarom is het ook belangrijk dat je altijd volle melk en room met een vetgehalte van 30% gebruikt. Als de aardappelen te veel vocht opnemen, moet je iets meer melk en room toevoegen.