bereiding

1. 1

   Maak eerst de siroop. Doe hiervoor alle ingrediënten samen met 350 ml water in een pan en breng aan de kook. Laat 30 minuten inkoken tot een siroop en laat afkoelen.

2. 2

   Los de gist op in de lauwe melk, roer om tot de gist begint te bruisen. Doe alle overige ingrediënten voor het deeg in een kom. Schenk er het gistmengsel bij en meng tot een homogeen deeg.

3. 3

   Bebloem het werkblad. Vorm een bol van het deeg, leg op het bebloemde werkblad en dek af met een schone theedoek of met plasticfolie. Laat het deeg 1 uur afgedekt rijzen.

4. 4

   Verdeel het deeg in balletjes van zo’n 40 gram en rol ze uit met een deegroller.

5. 5

   Verwarm het wafelijzer voor. Leg één uitgerold deegballetje in het wafelijzer en bak het goudbruin. Snij de wafel horizontaal doormidden, besmeer een helft met de afgekoelde siroop en kleef beide helften weer op elkaar.